Spoel de veenbessen onder koud water, doe ze in een kookpot en bestrooi met de suiker. Laat afgedekt 10 min. sudderen op een zacht vuurtje.
Kruid het varkenshaasje met peper en zout. Smelt de helft van de boter in een braadpan en bak het varkenshaasje goudbruin aan alle kanten.
Verdeel de helft van de veenbessen over een ovenschaal en leg het varkenshaasje erop. Lepel er de rest van de veenbessen rond en leg er de takjes rozemarijn bij.
Bak 15 à 20 min. in de oven. Haal uit de oven en werk af met de granaatappelpitten.
Smelt intussen de rest van de boter in een brede kookpot en bak het witloof goudbruin aan elke kant. Kruid met peper en zout en voeg 0,5 dl water toe (voor 4 personen), dek af en laat 10 min. sudderen op een laag vuur.